Noord-Oeganda – 1966 (1)
Keer terug naar je eigen Acoli-volk
“Wat is er toch aan de hand met Ocol, mijn echtgenoot”, verzucht Lawino. Hij was altijd een prima man, echt een 'zoon van een Vorst'. Maar nu lijkt hij wel een heks. Hij geeft af op zijn voorouders, zijn ouders en alles wat zwart is. Zelfs het slaapliedje dat een Acoli-meisje zingt voor haar kleine broertje op haar rug noemt hij 'lawaai'.
Ocol vindt alles verkeerd aan me. Hij zegt dat ik dom ben, omdat ik niet op de nonnenschool ben geweest en niet kan lezen en schrijven. Omdat ik geen klok kan kijken en op een fornuis kan koken. Maar ik kijk naar de zon om te zien hoe laat het is en ik kan heerlijk koken op de vuurplaats.
Ocol vindt me bijgelovig, omdat ik bang ben voor de kiekendief en ik geneesmiddelen gebruik die ik van mijn moeder leerde. Zoals de wortels van bomo tegen maagpijn en scheuten van lapena bij een zere keel.
Ocol, waarom veracht je me? Ik ben 'de dochter van de Stier'! Ik ben een echte Acoli, geen slavenmeid. Ik was 'de meisjesvorstin' van mijn leeftijdsgroep. Wat was je vroeger trots op mij. Nog niet zo lang geleden zat je graag naast me, dicht tegen me aan. En ik speelde op mijn boogharp en zong jouw lof.
Ocol, mijn echtgenoot, mijn vriend, wat is er toch met je gebeurd? Komt het omdat je in het land van de blanken bent geweest? Omdat je hoofd nu vol boeken zit? Omdat je vecht voor een hoge plaats in de nieuwe 'Democratische Partij'?
Beste Ocol, misschien weet je het niet, maar je bent een bedelaar, een hond van de blanken geworden. Kom, laat me neushoornpoeder in je ogen strooien om de korsten en de etter weg te halen. Gooi je donkere bril weg en kijk weer om je heen. Kom, ik zal de gom uit je oren peuteren, zodat je weer kan horen. Keer terug naar je eigen Acoli-volk, waar je thuis hoort.
_______________________
Bron
In Lied van Lawino (1966) laat de Oegandese auteur Okot p'Bitek de bittere aanklacht horen van een fiere dorpsvrouw, die zich helemaal niet kan vinden in de 'modernisering'.
Ga naar:
= deel 2:
De vooruitgang - Noord-Oeganda – 1970 (2), verhaal 130.
= de volgende pagina:
Tante is een godin - District Gaomi, Provincie Shandong, China – 1967 (1), verhaal 126.
= de Inhoudsopgave, verhaal 125.