Peasant Autonomy
         Archive          
go to the previous page     English     ga naar de volgende pagina
Verhaal 124

Santhiu-Niaye, West-Senegal – 1965

Een griot houdt nooit zijn mond


for bigger picture click on this photo

(Foto: Jbdodane)

Senegal.

Gevolgd door zijn vrouw Gnagna Guissé en het meisje Khar Madaigua Diob loopt griot Déthyè Law het dorp Santhiu-Niaye uit. Nog eenmaal draait hij zich om, zet de handen aan zijn mond en zingt luid de oproep tot het gebed. De wind draagt het geluid naar het dorp. Dan trekken ze met zijn drieën naar het westen door de niaye, het prachtige natuurgebied met zijn golvende duinen, cactussen, doornstruiken en meren bedekt met waterlelies.

Khar draagt een pasgeboren baby op haar rug. Ze is verstoten door het dorp. Ze was zwanger geworden zonder dat ze getrouwd was. Ngoné War Thiandum, haar moeder, was ontzet. Ze had altijd gedroomd van een schoonzoon van een even voorname familie als die van haarzelf en van een schitterende bruiloft. Dat kon ze nu wel vergeten.
“Wie was de vader”, wou Ngoné weten. Maar Khar wilde het niet zeggen. Op alle mogelijke manieren probeerde Ngoné de naam los te krijgen: met redelijke argumenten, bezorgd, geïrriteerd, kwaad; maar Khar hield haar lippen stijf op elkaar.
De dorpsroddel wees Atoumane aan, een arme landarbeider die in het natte seizoen voor de voorname families werkte, als er veel werk te doen was op het land. Hij zwoer op het Heilige Boek dat hij niets gedaan had. Maar de dorpsoudsten waren van mening dat hij de dader wel moest zijn en besloten hem Santhiu uit te jagen.


for bigger picture click on this photo

(Foto: Jbdodane)

Senegal.

Déthyè had het besluit heftig afgekeurd. Hij was niet van een voorname familie, hij was maar een schoenmaker, maar hij was tegelijkertijd ook een griot, een dichter-zanger die de dorpsgeschiedenis levend houdt. Een griot heeft het recht ongezouten commentaar te leveren, en dat deed Déthyè, onder het motto 'een echte griot houdt nooit zijn mond als er onrecht plaats vindt'.

Later flapte Khar eruit dat haar eigen vader haar zwanger had gemaakt. Haar moeder, was geschokt en woedend op haar man. Ze wilde er met hem over praten, maar deze weigerde. Hij stuurde haar nors weg.

Toen de dorpsroddel vervolgens Khar de schuld gaf, omdat zij haar vader verleid zou hebben en de dorpsoudsten besloten ook haar het dorp uit te zetten, was voor de griot en zijn vrouw de maat vol. In dit dorp van onrecht en leugens wilden zij niet langer wonen. Nog de volgende ochtend verlieten zij Santhiu. Samen vergezelden ze Khar met haar baby op haar tocht door de niaye.

_______________________

Bron
In De Vrucht van de Schande (1965) beschrijft de Senegalese auteur Ousmane Sembène de teloorgang van een dorpje.



Ga naar:
= de volgende pagina:
Keer terug naar je eigen Acoli-volk - Noord-Oeganda – 1966 (1), verhaal 125.
= de Inhoudsopgave, verhaal 124.