Peasant Autonomy
         Archive          
ga naar de vorige pagina     English     ga naar de volgende pagina
Verhaal 61

Steppe in de Donvallei, Zuid-Rusland – lente 1918 (2)

Een herder sluit zich aan bij de Roden


for bigger picture click on this photo

(Foto: Andrey Shalaev)

Rusland.

Glimlachend sjokt Misjka Kosjewoj al mijmerend voort op zijn merrie. Wat is de steppe toch prachtig, nu het lente wordt en wat was ik gisteren kwaad op Soldatov, ik had hem wel dood kunnen slaan. Als Misjka er nu aan terugdenkt, rijdend in de zon met het ruisen van de wind, het gefluit van vogels, het gepiep van marmotten, dan moet hij er om lachen, maar gisteren was hij witheet van woede. “Je bent niets anders dan een verdomde bolsjewiek”, had die oude Soldatov hem toegebeten, “jullie willen ons land verkwanselen aan de duivel. Ze moesten jullie allemaal opknopen. Ik ga je aangeven bij de voorman.” Woest had Misjka hem bij de kraag gegrepen en hij had zijn vuist al opgeheven. Gelukkig kwam hij nog juist bij tijd tot bezinning en even later heeft hij het zelfs goed gemaakt met hem, want ach, het is geen slechte vent. Maar de rijke boeren hitsen iedereen op tegen de Roden. En zo'n ongeletterde natuurmens als Soldatov trapt daar natuurlijk in.

Het is voorjaar 1918. De Russische revolutie is een half jaar oud. Er woedt een heftige burgeroorlog in de Donvallei in het zuiden van Rusland. De noordelijke districten hebben zich aangesloten bij de Roden, maar de zuidelijke districten willen onafhankelijkheid en zoeken aansluiting bij de Witten, die de bolsjewieken in heel Rusland willen vernietigen. Heel wat arme boerenjongens uit de zuidelijke districten zijn heimelijk naar het noorden getrokken om dienst te nemen in het Rode leger. Zij strijden nu tegen hun eigen streekgenoten. Door alle gewelddadigheden over en weer groeit de verbittering van week tot week.


for bigger picture click on this photo

(Foto: Sergey Yeliseev)

Rusland.

Misjka is vrolijke jongeman met een lichte baard uit een landarbeidersgezin uit een zuidelijk district. Ik heb het goed hier, mijmert hij, maar het wordt toch tijd me bij de Roden in het noorden aan te sluiten, net als de andere landarbeidersjongens uit het dorp. Want er móet gelijkheid komen en geen bazen en knechten meer. We móeten die grote boeren verjagen. Laat ik maar vast wat eten gaan sparen, dan ga ik op reis.

_______________________

Bron
In zijn vuistdikke, monumentale roman De stille Don (1928-1940) beschrijft de Russische schrijver Michail Sjolochov de burgeroorlog op het platteland, vlak na de Russische revolutie.



Ga naar:
= deel 1: Deserteurs - Roemenië – najaar 1917 (1), verhaal 59.
= deel 3: En nog is de burgeroorlog niet voorbij - een gehucht in de Donvallei, Zuid-Rusland – zomer 1920 (3), verhaal 64.
= de volgende pagina: Zapata, de geliefde boerenleider – Morelos, Zuid-Mexico – 1919, verhaal 62.
= de Inhoudsopgave, verhaal 61.