Chiapas, Zuid-Mexico – rond 1910 (1)
Gestrikt voor het oerwoudkamp
“Vervloekt nog aan toe!” Celso springt op. Opeens dringt het tot hem door dat hij niet met het meisje van zijn dromen zal kunnen trouwen. Nog geen vijf minuten geleden voelde hij zich opperbest, maar nu is hij triester dan ooit.
Don Gabriël heeft hem vanmiddag vrijgekocht uit de politiecel. Hij moest daar wel drie maanden zitten, omdat hij niet genoeg geld had om de boete te betalen die de rechter hem de vorige dag opgelegd had.
Drie mannen hadden hem aangevallen. Een van hen was boven op hem gesprongen. Toen Celso met hem over de grond rolde, riepen de andere twee de politie. De eerste man had een flinke snee van een caféruzie. Dat vormde het 'bewijs' bij de rechter dat Celso hem had willen vermoorden met zijn mes.
Celso had de mannen meteen herkend. Dat waren coyotes, aanbrengers, die in opdracht van Don Gabriël sterke Indianen te pakken moesten zien te krijgen om te werken op een monteria, een oerwoudkamp voor het kappen van mahoniebomen.
Celso vond het in de politiecel vreselijk: de luizen, het slechte eten, het braaksel van de dronkenlappen en vooral het ontbreken van frisse lucht. Altijd heeft hij in de buitenlucht geleefd: in zijn dorp waar hij opgegroeid is en op een koffieplantage waar hij twee jaar gewerkt heeft.
Het buitenleven is geen pretje. Je moet hard werken en verdient niet veel. Dat is waar. Maar je bent in de frisse lucht. Je ziet de bomen, je ruikt de planten, je hoort de vogels kwetteren. Soms kan je een dier vangen om te roosteren op het vuur. 's Nachts zijn er de sterren.
Als een kind zo blij was hij, toen don Gabriël hem de volgende dag vrijkocht. Wel moest hij een contract tekenen voor de monteria. Maar alles beter dan te verkommeren in zo'n muffe cel.
Maar nu dringt het tot Celso door dat hij zijn huwelijk wel kan vergeten. Twee jaar heeft hij geploeterd om de bruidsprijs voor zijn geliefde meisje bij elkaar te verdienen. Nu is hij al zijn geld kwijt geraakt. Hij zal twee jaar moeten zwoegen om zijn schuld aan don Gabriël af te lossen en dan nog twee jaar voor de bruidsprijs. Zo lang zal de vader van het meisje niet wachten. Die zal haar uithuwelijken aan een ander.
Op een keer zal hij die coyotes grijpen en vermoorden. Hij heeft niks meer te verliezen.
_______________________
Bron
In De Mars naar het Oerwoud (1933) schildert de Duitse auteur Ben Traven het leven van de Indianen die praktisch als lijfeigenen moeten werken in de mahonie-wouden. Het is deel drie in de zesdelige Caoba- of Mahonie-cyclus. Traven leefde sinds ongeveer 1924 in Mexico. Zijn sympathie ligt onmiskenbaar bij de kleine Indiaanse boeren, die hij kleurig en levensecht beschrijft.
Ga naar:
= deel 2, de volgende pagina: Tante Modesta - Chiapas, Zuid-Mexico – rond 1910 (2), verhaal 44.
= deel 3: Het oordeel van Modesta - Chiapas, Zuid-Mexico – rond 1910 (3), verhaal 45.
= deel 4: Machinegeweer - Chiapas, Zuid-Mexico – rond 1910 (4), verhaal 46.
= deel 5: Vredig zonnetje - Chiapas, Zuid-Mexico – rond 1910 (5), verhaal 47.
= de Inhoudsopgave, verhaal 43.