Peasant Autonomy
         Archive          
go to the previous page     English     ga naar de volgende pagina
Verhaal 45

Chiapas, Zuid-Mexico – rond 1910 (3)

Het oordeel van Modesta


for bigger picture click on this photo

(Foto: Darij and Ana)

Chiapas, Zuid-Mexico.

“Sla deze man niet dood”, klinkt de schelle stem van Modesta. De arbeiders van de monteria, het oerwoudkamp, kijken verbaasd op. Is dit dat schuchtere, bescheiden meisje, dat zowat nooit iets zegt? Wat staan haar ogen vreemd, alsof ze wel kijkt, maar niks ziet. “Sla deze man niet dood”, roept de Indiaanse opnieuw.
“Jij, jij!”, met een priemende vinger wijst ze naar don Felix, een van de bazen van de monteria, die in een hoek van het kantoor inelkaargedoken zit. Hij heeft zijn arm voor zijn hoofd gebogen; daarmee had hij de eerste klap van de muchacho's, de Indiaanse arbeiders, afgeweerd. Zojuist zijn ze na jaren van wrede mishandeling en uitbuiting eindelijk in opstand gekomen. Met de bazen en de kampwachten maken ze korte metten.

“Jij, jij, beest, dat je bent. Dat je mij wilde verkrachten en dat ik maar ternauwernood kon ontvluchten, dat kan ik je nog vergeven. Want vrouwen zijn voor jou niet meer dan een speeltje, dat je kan gebruiken en daarna weggooien.”
Alle muchacho's zijn opeens stil geworden, nu Modesta als in trance spreekt. “Dat je mijn broer, de zachtaardigste man die ik ken, keer op keer afgeranseld hebt, omdat hij niet hard genoeg werkte, kan ik je vergeven. Want Indiaanse arbeiders zijn voor jou niet meer dan werktuigen die je gebruikt naar eigen goeddunken.” Fluisterend moppert hier en daar een muchacho: “Hoezo vergeven, laat hem verrekken.” Maar andere arbeiders manen hem stil te zijn. Hier gebeurt iets historisch, hier spreekt een jonge, bescheiden Indiaanse vrouw een vernietigend oordeel uit over het systeem van de oerwoudkampen.
“Dat je ons allen dagelijks het allerberoerdste te eten gaf, kan ik je vergeven, want alle onkosten die je voor ons Indianen moet maken zijn er teveel. Dat je telkens weer knoeide met onze rekeningen om ons zo lang mogelijk in slavernij te houden, kan ik je vergeven, want Indianen zijn voor jou niet meer dan slaven.”


for bigger picture click on this photo

(Foto: Darij and Ana)

Chiapas, Zuid-Mexico.

Even haalt Modesta piepend adem, ze draait haar ogen naar boven, ze lijkt flauw te vallen, maar krijgt zichzelf weer in de hand en gaat met snerpende stem verder. “Maar dat je Pedrito, mijn neefje, mijn engeltje van net acht jaar, voor de ogen van zijn vader met de zweep afranselde dat zijn rug rood werd van het bloed, om zijn vader te straffen die weg wilde lopen, dat vergeef ik je nooit. Het is een kind, de onschuld zelve. Hiervoor zal je branden in de hel tot in de eeuwigheid. Hiervoor zullen alle Indianen, generatie na generatie je vervloeken.” Modesta wankelt en zegt hees: “Muchacho's, doe jullie werk.” Met moeite loopt ze een paar passen achteruit, zakt op de grond ineen en begint erbarmelijk te huilen. De oerwoudarbeiders slaan don Felix met een paar stevige klappen dood.

_______________________

Bron
Het boek Modesta (of De Opstand der Gehangenen, deel 5 van de Caoba- of Mahonie-cyclus, 1936) van de Duitse schrijver Ben Traven brengt het harde leven van de Indiaanse oerwoudwerkers in beeld, hun ontberingen, hun solidariteit en hun verzet.



Ga naar:
= deel 1: Gestrikt voor het oerwoudkamp - Chiapas, Zuid-Mexico – rond 1910 (1), verhaal 43.
= deel 2: Tante Modesta - Chiapas, Zuid-Mexico – rond 1910 (2), verhaal 44.
= deel 4, de volgende pagina: Machinegeweer - Chiapas, Zuid-Mexico – rond 1910 (4), verhaal 46.
= deel 5: Vredig zonnetje - Chiapas, Zuid-Mexico – rond 1910 (5), verhaal 47.
= de Inhoudsopgave, verhaal 45.