Een bergdorpje in Peru – 1926 (2)
Verhuizen
“Beste mensen”, besluit Ambrosio Luma de dorpsvergadering, “laten we morgenochtend vroeg beginnen met verhuizen. We hebben veel te doen, het is al half oktober en binnenkort beginnen de winterstormen. Vóór die tijd moeten we onze huizen gebouwd hebben, een flink hok voor onze schapen en een twee kralen voor de koeien en de paarden.” De meesten knikken en allen lopen zwijgend naar huis.
Ambrosio is een fors gebouwde Indiaan van een jaar of 35 met een heldere blik, een metselaar, een echte harde werker, praktisch van aard. Zijn laatste opmerking, als het dorpshoofd de vergadering eigenlijk al gesloten heeft, helpt de mensen over hun moedeloosheid heen. Morgen is er een nieuwe dag, een dag waarop zij met zijn allen een nieuw leven beginnen.
Gisteravond kwam Rosendo Maqui, het dorpshoofd, samen met de vier raadsleden zwijgend en met gebogen hoofden terug uit de provinciehoofdstad. Meteen begreep iedereen dat nu werkelijkheid geworden was wat zij al zolang vreesden. Voor zijn woning sprak Rosendo de dorpelingen toe: de rechter had hun akkers en weidegrond toegewezen aan een ranchero, een grote boer. Alleen de Yanañahui hoogvlakte bleef nog in hun handen.
De volgende dag was er een dorpsvergadering. Het gaat er heftig aan toe. Een groep wil verzet bieden, vechten. Een andere groep vindt dat onzin, omdat ze nauwelijks over wapens beschikken en omdat de ranchero ongetwijfeld met een flinke troep politieagenten met geweren zal komen. Rosendo pleit er kalm voor te verhuizen naar het hoogland. Als uiteindelijk de stemming gehouden wordt, blijkt de grote meerderheid te kiezen voor verhuizing.
Twee dagen later hebben de dorpelingen de meeste spullen naar hun nieuwe woonplek overgebracht. Al hun vee hebben zij ernaar toe gedreven. Met tranen in de ogen. Hoeveel goede herinneringen hebben zij niet aan hun jaren in het groene dal. In de hoogvlakte loopt Ambrosio druk overleggend heen en weer en geeft aanwijzingen waar de nieuwe huizen moeten komen. Voorlopig is er geen tijd om te treuren.
_______________________
Bron
De prachtige roman Aan ons behoort de wereld niet (1941) van de Peruviaanse auteur Ciro Alegría beschrijft in 600 pagina's alle facetten van het Indiaanse boerenleven.
Ga naar:
= deel 1:
'Heilige Isidoor verlaat ons niet!' - een bergdorpje in Peru – 1912 (1), verhaal 55.
= de volgende pagina:
Pastoor of ezel? - Fontamara, een dorpje in de Abruzzen, Zuid-Italië – 1928 (1) , verhaal 77.
= de Inhoudsopgave, verhaal 76.