Peasant Autonomy
         Archive          
go to the previous page     English     ga naar de volgende pagina
Verhaal 77

Fontamara, een dorpje in de Abruzzen, Zuid-Italië – 1928 (1)

Pastoor of ezel?


for bigger picture click on this photo

(Foto: The Blasf)

Abruzzen.

s' Ochtends vroeg om vier uur dronk Berardo een glas wijn en ging op weg, de schep op zijn schouder. Onderweg kauwde hij een stuk maïsbrood weg. Zijn gezicht stond strak. Hij nam niet, zoals anders, het bergpad naar de vlakte, wanneer hij als landarbeider ging werken. Hij liep een bergpad op, dat enigszins omhoog liep.
“Je moet geen woorden verspillen aan mensen uit de stad, die toch alleen maar de draak met je steken”, mopperde hij in zichzelf. “Je moet ze laten vóelen hoe je over ze denkt.”

De laatste veertig jaar was er geen pastoor meer in Fontamara, het dorpje waar Berardo woonde. De kerk stond het grootste gedeelte van het jaar leeg. Alleen zo nu en dan kwam de pastoor van het nabijgelegen stadje een mis opdragen, kinderen dopen of een paar huwelijken inzegenen. De mensen uit Fontamara hadden onlangs gezamenlijk, met veel moeite een verzoekschrift samengesteld en dat naar de bisschop gestuurd, in de hoop een eigen priester te krijgen. Niet dat ze er veel van verwachtten, maar je moest het toch zo nu en dan proberen, anders was de bisschop je op het eind helemaal vergeten.


for bigger picture click on this photo

(Foto: Melloni)

Abruzzen.

Tot hun stomme verbazing kregen de dorpelingen van Fontamara een brief terug dat ze een pastoor zouden krijgen. Daar hadden ze helemaal niet op gerekend. Gauw gingen ze de kerk grondig schoonmaken en de weg opknappen. Ze maakten een prachtige ereboog met veel groen en kleurige vlaggen en trokken op de bewuste dag in een processie richting het stadje om de nieuwe pastoor waardig te ontvangen. Afwisselend zongen ze godsdienstige liederen, of zeiden gezamenlijk gebeden op.

Toen de dorpelingen in de verte een groep stedelingen aan zagen komen, gingen ze aan de kant van de weg staan om hun nieuwe pastoor te begroeten. Toen de stoet dichterbij kwam, verbaasden ze zich erover dan de stedelingen zo luidruchtig waren. Opeens zagen ze dat voorop een ezel liep, die voortgedreven werd met stokslagen en stenen. Het beest droeg een soort van zwart kleed en een zwarte hoed, alsof het een pastoor was. Wat moesten ze stedelingen lachen toen ze de verbaasde en later verontwaardigde gezichten van de Fontamarezen zagen. Ze sloegen dubbel van de pret.


for bigger picture click on this photo

(Foto: Daniele Nicolucci)

Abruzzen.

Verslagen liepen de boeren en landarbeiders terug naar hun dorp. Berardo was niet verslagen, maar razend. Hij had geen woord vuil gemaakt aan die luidruchtige bende. Hij zou het ze wel laten merken, die schoften. Iedere keer werd je als dorpeling belachelijk gemaakt ...
De volgende morgen ging Berardo vroeg op pad, met de schep op zijn schouder. In de loop van de dag begon de watertoevoer van de stad te haperen en hield later helemaal op. Bij onderzoek bleek dat alle watertoevoerbuizen vanaf de bergen kapot waren.

_______________________

Bron
Het boek Fontamara (1933) van de Italiaanse schrijver Ignazio Silone beschrijft nauwgezet de grote problemen van kleine en landloze boeren in de tijd van de Mussolini-fascisten.



Ga naar:
= deel 2, de volgende pagina: De omgekeerde landhervorming - Fontamara, een dorpje in de Abruzzen, Zuid-Italië – 1929 (2), verhaal 78.
= de Inhoudsopgave, verhaal 77.