Een dorpje in Burkina Faso – 1990
Geld als water
“Ik wil hem nooit meer zien”, had Saratou zacht gezegd, toen ze net bevallen was. Samba, haar man, was weggerend, de bosjes in, toen zij op een vrachtwagen naar de stad gebracht werd om te bevallen. Welke man doet zoiets! Tegen Binta, één van de buurvrouwen die meereisden, had hij gezegd: “Ik ga niet naar de stad. Nee, ik geef geen uitleg.” En weg was hij. Zijn vriend Salif was nog achter hem aangerend, roepend: “Hé, idioot, kom terug.” Maar Samba was al uit het zicht verdwenen.
De bevalling was goed gegaan, het was een gezonde jongen. Iedereen zou blij moeten zijn. Maar de sfeer was bedorven. Wat was er toch met Samba aan de hand? Saratou maakte zich al langer zorgen om hem. Schatrijk was hij teruggekeerd uit de stad waar hij een tijdje gewerkt had. Hij smeet met geld: hij kocht een hele kudde runderen voor het dorp en liet een dorpscafé bouwen. Hij kocht een nieuwe fiets, zoals een ander een T-shirt.
Hoe kwam hij toch aan dat geld? Natuurlijk had ze het aan hem gevraagd. “Ik heb op een bananenplantage gewerkt”, had hij gezegd. “Als dat waar is, zou iedereen hier rijk zijn”, had ze geantwoord. Toen was Samba boos geworden. “Ik hou van je. Is dat soms niet genoeg? Stel me nooit meer vragen over mijn rijkdom!”
Vandaag verscheen er een jeep met drie gendarmes in het dorp om Samba te arresteren. Salif was nog naar Samba toegerend, dat hij moest vluchten. Samen holden ze weg, met de drie gendarmes op hun hielen. Toen één van de agenten Salif in zijn been geschoten had, stopte Samba om zijn vriend te helpen. Toen hadden de gendarmes hem te pakken.
Samba had een roofoverval gepleegd op een tankstation in de grote stad. Zijn maat was doodgeschoten en hij was gevlucht met het geld. Eigenlijk was hij blij dat hij nu gepakt was. Hij had geen nacht meer rustig geslapen, want iedere keer zag hij zijn dode vriend voor zich. Zijn eigen vrouw wantrouwde hem en zijn vader keek zorgelijk in plaats van blij te zijn dat hij terug was.
Met de handboeien aan brachten twee gendarmes Samba naar de jeep. Met tranen in zijn ogen keek hij Saratou aan, die daar stond met de baby op haar heup. “Ik zal op je wachten”, sprak ze.
_______________________
Bron
De film Samba Traoré (1992) van de Burkinese filmmaker Idrissa Ouédraogo brengt de saamhorigheid en levendigheid van een klein, afgelegen dorpje in de savannen in beeld. De dorpelingen gaan soms een tijd lang in de stad werken om geld te verdienen en keren dan weer terug. Want “het leven in de stad is hard”, zoals één van hen het uitdrukt.
Ga naar:
= de volgende pagina: Jachtfeest - Bihar, India – 1992, verhaal 144.
= de Inhoudsopgave, verhaal 143.