Vlaanderen, België – rond 1900
Boer Nand op zijn sterfbed
“Ja, Nand, jongen, daar lig je nou, moederziel alleen in je bed.” De oude boer ligt op zijn sterfbed. Hij wacht op de hulp die hem zal komen verzorgen en kijkt de kamer rond. Dan dommelt hij in. In zijn halve slaap is het zondagmiddag en loopt hij over zijn land om te kijken hoe het gewas erbij staat. Ach, hij is geen grote boer geweest. Hij had maar een klein stukje land en slechts één koe. Maar hij heeft er plezier in gehad de biggetjes te zien bij de zeug, het felgeel bloeiende koolzaad, de blozende appels in de boomgaard, de zon die in oranje kleuren onderging.
Terwijl Nand bijna wakker wordt, moet hij opeens glimlachen als hij eraan denkt hoe hij eens met het meisje van de schoenlapper in het bos gerommeld heeft. Hij weet nog dat ze naar pek rook. Hij was toen nog jong, nog niet getrouwd. Later heeft hij Wanne leren kennen. Hij ruikt nog de frisse zeepgeur van haar armen. Samen hebben ze drie kinderen gehad. Hij herinnert zich hoe zijn lieve dochtertje Bertha naar room geurde, zelfs toen ze een keer erg ziek was. Hij was bezorgd geweest, maar hij deelde zijn zorg met Wanne.
Nand wordt een beetje wakker. De hulp is er nog steeds niet. Opnieuw zakt hij weg in een half slapen, half waken. Hij ziet voor zich hoe hij zijn akker ploegt. Opnieuw voelt hij hoe glad de staart van de ploeg in de loop van de jaren is geworden. En hij voelt hoe ruig de vacht van zijn hond is. Dan moet hij denken aan Wanne, hoe zij gestorven is. Hij voelt in zijn rechter duim en wijsvinger nog hoe hij haar ogen dichtdrukt. Toen iedereen na het begrafenismaal weg ging, was hij helemaal alleen, moederziel alleen.
Zonder zijn ogen open te doen voelt Nand dat Wanne naast zijn bed staat. Ze kleedt zich uit, en knielt voor het avondgebed. Nand bidt met haar mee: “Onze Vader die in de hemelen zijt ...” Dan klimt Wanne in bed. Van nu af aan zal ze altijd bij hem zijn. Nand opent zijn mond om nog wat te zeggen, maar zakt weg in peilloze diepten.
_______________________
Bron
Het korte verhaal De boer die sterft (1918) van de Belgische auteur Karel van de Woestijne beschrijft in prachtig Vlaams hoe een kleine boer terugblikt op zijn leven.
Ga naar:
= de volgende pagina: Hongersnood - Provincie Anhui, China – rond 1900 (1), verhaal 35.
= de Inhoudsopgave, verhaal 34.