Scheveningen, Nederland – 1900
Angst
“Ja ma, ik ben bang. Mag ik? Mag ik!” Barend schreeuwt het uit. “Op land ben ik voor de duvel nog niet bang. Ik steek zo iemand een mes tussen zijn ribben, als het moet. Maar voor de zee ben ik bang. Mijn vader is verdronken, toen ik nog een klein kind was; ik kan me hem nauwelijks meer herinneren. Mijn twee broers zijn ook verdronken. En dan zou ik niet bang moeten zijn? Weet je wat Simon (de scheepstimmerman) zei over de 'Op Hoop van Zegen'? Wil je het weten? Hij zei: 'Dat schip is door en door verrot, daar is geen opkalefateren meer aan. Dat is een drijvende doodskist, die stuurt de reder alleen de zee op om het verzekeringsgeld binnen te halen.' En daar moet ik me aanmonsteren? Ik doe het niet. Ik vertik het.”
Moeder Kniertje is zachtjes begonnen te snikken onder de uitbarsting van haar zoon. “Alsof ik niet zou weten dat mijn man en mijn twee zonen verdronken zijn. Alsof ik dat ooit zou kunnen vergeten. Maar luister nou toch eens naar mij, mijn kind. Drie jaar heb ik ondersteuning gehad van het weduwenfonds toen het schip, waar je vader en je twee broers op zaten, vergaan is tijdens de haringvangst. Daarna heb ik negen jaar zelf mijn kostje bij elkaar moeten zien te scharrelen.”
Kniertje zucht en vervolgt: “Kijk me eens aan, mijn lieve jongen. Zie je niet dat ik al grijze haren heb. Ik word ouder. Wat moet er van mij terecht komen? Jij bent alles wat ik nog heb in mijn leven. Al mijn hoop is op jouw gevestigd. Monster je toch aan op de 'Op Hoop van Zegen', dan hebben we voorlopig weer voldoende geld. Je bent een zeeman, een visser, je moet niet bang zijn. Wat kan je anders? Je kan nog niet eens behoorlijk lezen en schrijven, je hebt geen ander vak geleerd. Je hebt al een paar jaar gevaren. Je hebt ervaring. Je krijgt een mooie gage. Doe het nou. Doe het voor mij. Over anderhalve maand zien we elkaar weer terug.”
Enkele weken later verging de 'Op Hoop van Zegen' in een vliegende storm. Barend was een van de twaalf zeelieden die omkwamen. De reder incasseerde het verzekeringsgeld.
_______________________
Bron
Het toneelstuk Op Hoop van Zegen (1900) van de Nederlandse auteur Herman Heijermans beschrijft het harde vissersleven.
Ga naar:
= de volgende pagina: Boer Nand op zijn sterfbed - Vlaanderen, België – rond 1900, verhaal 34.
= de Inhoudsopgave, verhaal 33.