Peasant Autonomy
         Archive          
ga naar de vorige pagina     English     ga naar de volgende pagina
Verhaal 22

Een dorpje in Victoria, Australië – 1866 (1)

Bijna verdronken

“Mijn liefste schat, je bent nog wel niet geboren, ik weet niet eens of je een jongen bent of een meisje, maar toch schrijf ik voor jou alles op wat ik in mijn leven hebt meegemaakt.” Ned Kelly, een forse boerenman met een ruige haardos, wrijft door zijn bruinrode baard. Dan pakt hij zijn potlood weer op en schrijft verder. “De mensen zeggen dat ik een struikrover ben en dat klopt. Maar het is nooit mijn keus geweest. Het was mijn lot. Ik heb nooit meer gewild dan een een lapje grond om graan te verbouwen, wat grasland voor een stuk of wat koeien en paarden en een haard om 's avonds bij te zitten. Maar dat was mij niet gegund.”


for bigger picture click on this photo

(Foto: Cafuego)

Victoria.

“Ik zou je over mijn leven vertellen. Goed dan: op een keer, ik zal een jaar of elf geweest zijn, liep ik 's ochtends vroeg naar school. Bij de beek zag ik een jongetje staan, Dick Shelton. Het was voorjaar en de beek was uitgegroeid tot een kleine, maar wilde rivier. Plotseling waaide de nieuwe strohoed van Dick in het water. Hij pakte een stok en probeerde de hoed uit het kolkende water te vissen. Toen dat niet lukte, stapte hij de rivier in. Ik brulde nog: “Kom terug, kom terug”, maar het was al te laat. De rivier sleurde hem mee.
Voordat ik wist wat ik deed, sprong ik zelf in de rivier, zwom met een paar slagen naar Dick toe en greep hem beet. Samen werden we door de stroming meegenomen. Bij een bocht in de rivier, dreven we tegen een omgevallen gomboom aan. Met de ene hand hield ik Dick vast en met de andere, probeerde ik me aan de boom op te trekken. Dat was niet makkelijk, want die was spekglad, maar uiteindelijk lukte het me.
Gelukkig leefde Dick nog, al kon hij geen pap meer zeggen. Zijn ouders hadden een stuk verderop een hotel. Ik hees de jongen op mijn rug en holde op mijn blote voeten over het modderige pad naar het hotel. Zijn moeder gilde het uit, toen ze haar zoon zag en tegen mij riep ze: “Ga gauw naar binnen!”


for bigger picture click on this photo

(Foto: Watchdog)

Victoria.

“De hotelknecht stuurde me naar de badkamer en bracht even later tien emmers warm water. Ik had nog nooit een badkuip gezien en nog nooit meegemaakt dat je zoveel water kreeg voor een wasbeurt. Het was heerlijk. De moeder van Dick bracht me wat kleren van hem. Die waren lekker zacht en geurig. Na het bad kreeg ik warme chocolademelk en mocht ik alles bestellen wat ik wou. Ik koos lamskoteletten en gebakken niertjes. Wat heb ik zitten eten. Dicks moeder bleef me alsmaar glimlachend aankijken. “Wat ben je toch een goede jongen”, fluisterde ze, “je bent de dapperste jongen van de hele wereld.”

_______________________

Bron
In het spannende boek Het ware verhaal van de Kelly-bende (2000) brengt de Australische schrijver Peter Carey de landarbeider, kleine boer en volksheld Ned Kelly tot leven.


Ga naar:
= deel 2: Geboortefeest - New South Wales, Australia – 1879 (2), verhaal 25.
= de volgende pagina: 'Wat een rotleven' - een vissersdorp op Sicilië – 1867, verhaal 23.
= de Inhoudsopgave, verhaal 22.