Een dorp in Zimbabwe – 1996
Weeskinderen
“Ozias, kom even bij me zitten”. De zwaargebouwde Ozias heeft daar overduidelijk geen zin in. Hij is druk bezig een kar met riet af te laden, maar hij kan het dringende verzoek van de oudere vrouw Amboeja niet naast zich neerleggen. “Let op de muildieren”, roept hij zijn knecht toe en gaat met een ontevreden gezicht naast Amboeja op de grond zitten. “Ozias, het gaat niet goed met de kinderen”, begint zij, “en jij bent hun oom. Tamari redt het niet op haar eentje. Ik help de jongste twee zo goed als ik kan, maar ik ben arm. De schuld van Tamari bij de kruidenier neemt van week tot week toe. Dat loopt nog eens verkeerd af. Jij bent welgesteld, je bent de bloedeigen broer van hun vader. Je moet bijspringen.”
Tamari redt het inderdaad niet. Ze is nog pas 17. Haar ouders zijn kortgeleden gestorven. Haar broer Itai is naar de hoofdstad Harare getrokken om geld te verdienen, maar ze heeft sindsdien niets meer van hem gehoord. Tamari zorgt voor haar kleine zusje en broertje. Dat valt niet mee, want er is helemaal geen geld meer in huis. En de meeste dorpelingen gaan het gezin uit de weg, omdat haar ouders aids hadden.
“Ozias, laat ik het dan recht op de man af zeggen” gaat Amboeja verder, met een ernstige frons op haar voorhoofd, “jij hebt het goed, je hebt een gezonde vrouw en drie gezonde kinderen. Dat gun ik je van harte, maar het is je plícht om je familieleden in nood bij te staan. Doe dat dan ook!” Ozias staat langzaam op, slaat het stof van zijn kleren en mompelt: “Ja, ja, ik snap het, maar ik moet nu weer verder met mijn werk.” Dan loopt hij weg.
_______________________
Bron
Everyone's child (1996) van de Zimbabwaanse regisseur Tsitsi Dangarembga is een aangrijpende film over het moeilijke leven van weeskinderen.
Ga naar:
= de volgende pagina:
Geen leerling minder - een gehucht in de provincie Hebei, China – 1997, verhaal 148.
= de Inhoudsopgave, verhaal 147.