Mongolië – 1920
Partizanen
Mongolië.
Als Bair aan iemand een hekel heeft, dan is het wel aan die gierige Engelse huidenkoopman. Die heeft die prachtige pels gewoon van hem afgepakt! Hij had hem best mogen hebben, als hij er maar een redelijke prijs voor had betaald. Maar nog geen tien zilveren munten smeet hij er voor op de toonbank, nog niet een kwart van wat de pels waard is. Maar hij heeft zijn verdiende loon gehad.
Bair is een doorgaans rustige en aardige Mongool van tegen de dertig. Hij is een nomade, een herder en woont samen met zijn vrouw, hun twee jongens en zijn oude vader en moeder in een grote ronde tent. Maar hij is ook pelsjager. Laatst had hij een prachtige zilvervos weten te vangen. Toen de huidenkoper zijn pels afgepakt had, was hij woest over de toonbank gesprongen om hem terug te pakken. Maar de koopman liet dat niet toe en het liep uit op een gevecht, waarbij Bair de man uiteindelijk doodde.
Iemand waarschuwde het Engelse garnizoen en meteen kwam een twintigtal ruiters met geweren naar de huidenwinkel. Gelukkig kon Bair via de achterdeur ontsnappen. Van ijsschots naar ijsschots springend, wist hij de aan de overkant van de rivier te komen en in de bergen te verdwijnen. Daar stuitte hij op een groep partizanen. Die namen hem mee naar hun kamp. Zij vertellen hem dat zij aan de kant van de Sovjets, van de Roden staan en niks liever willen dan de Engelsen verjagen.
Mongolië.Terwijl Bair met zijn nieuwe kameraden zit te praten, komt een partizaan het kamp binnen hollen. Hij is buiten adem. “De Engelsen stropen de dorpen af om overal vee weg te halen, als straf omdat niemand de moordenaar van de huidenkoopman heeft aangegeven.” Iedereen pakt zijn geweer en holt naar zijn paard. Iemand wijst Bair een paard en daar gaat hij. Samen zullen ze de Engelsen een lesje leren.
_______________________
Bron
Storm over Azië (1928) is een prachtige, rijke film van de Russische regisseur Vsevolod Poedovkin.
Ga naar:
= de volgende pagina: De goede bandiet - Taurusgebergte, Turkije – rond 1920, verhaal 67.
= de Inhoudsopgave, verhaal 66.
