Peasant Autonomy
         Archive          
ga naar de vorige pagina     English     ga naar de volgende pagina
Verhaal 65

Een landgoed in Veracruz, Mexico – 1920

La Rosa Blanca


for bigger picture click on this photo

(Foto: Ricardo Rodriguez)

Veracruz.

“Van harte welkom, señor gobernador, meneer de gouverneur, op haciënda La Rosa Blanca!” Jacinto Yañez straalt van vreugde. Niets is mooier dan bezoek te ontvangen en deze keer nog wel zo'n deftige meneer uit de stad. De gouverneur kijkt vriendelijk om zich heen naar Jacinto en alle Indiaanse vrouwen, kinderen en mannen die aan zijn komen lopen. Na een kort gesprek gaat de gouverneur samen met Jacinto alle hutten af om met de families kennis te maken. Hij aait hier een klein meisje over haar hoofd, neemt daar een peuter op zijn arm en deelt overal kleingeld en snoep uit. Heerlijk vindt hij het om op de haciënda, het landgoed, rond te lopen en alles te bekijken: de maïsakkers, de suikerrietvelden, de groentetuintjes, het gemeenschappelijke weiland waar de paarden en muilezels grazen, het bos met het beekje waar de vrouwen de kleren wassen. Alles wil hij zien.

De gouverneur zit in een lastig parket. Vorige week heeft hij bezoek gehad van een belangrijke licenciado, een gevolmachtigde, die zich bij hem beklaagde dat Jacinto de haciënda niet wil verkopen aan een Amerikaanse oliemaatschappij, om er naar olie te boren. Ook niet tegen een prachtige prijs. Jacinto bleef halsstarrig van mening dat hij niet kàn verkopen. Hij mag dan formeel de eigenaar van de haciënda zijn, maar in feite is hij niet meer dan het hoofd van een gemeenschap van zestig Indiaanse gezinnen, die hier al enkele eeuwen, van generatie op generatie wonen. Dit is hun wereld en hij heeft niet het recht ze hieruit te verjagen. En dat zal hij ook niet doen ook, nog voor geen miljoen. Zijn voorouders zouden woedend op hem worden, en hij zou geen leven meer hebben.


for bigger picture click on this photo

(Foto: Anwar Vazquez)

Veracruz.

De gouverneur kan Jacinto goed begrijpen, maar de Mexicaanse staat heeft de oliedollars hard nodig, om het land na een langdurige en bloedige burgeroorlog weer op te bouwen en te moderniseren. Daarvoor is veel geld nodig. Wat moet hij nu doen? Hij is wel vaker op haciënda's geweest, maar die waren altijd in eigendom van blanke Mexicanen uit de stad, voor wie het landgoed niet meer dan een inkomstenbron was, waar een hardvochtige zetbaas heerste over een groep verpauperde Indianen. La Rosa Blanca is anders, het is een eenvoudige, maar heerlijke, vredige gemeenschap.

's Avonds zit de gouverneur samen met Jacinto bij een groot houtvuur. Alle bewoners zijn gekomen en zitten rustig om hen heen. De gouverneur en Jacinto praten over van alles, over de verschillende families, de muilezels en het maïs, over de zelf geweefde kleren en de liedjes die de kinderen zingen. Maar ze praten niet over politiek, want wie er nou precies president van de republiek is, weet Jacinto niet en dat kan hem ook niet schelen.
Nog nooit heeft de gouverneur zo'n mooie avond gehad. Langzaamaan rijpt er een plan in zijn hoofd, hoe hij La Rosa Blanca kan redden, want die mag nooit verloren gaan. Dan begint het dansen. Na een tijdje danst de gouverneur mee.

_______________________

Bron
Het boek De Witte Roos (1929), van de Duitse schrijver Ben Traven beschrijft twee totaal verschillende werelden: die van een superrijke Amerikaanse oliemagnaat en die van een Indiaanse gemeenschap van kleine boeren. Het contrast zou niet groter kunnen zijn.



Ga naar:
= de volgende pagina: Partizanen - Mongolië – 1920, verhaal 66.
= de Inhoudsopgave, verhaal 65.