Peasant Autonomy
         Archive          
go to the previous page     English     ga naar de volgende pagina
Verhaal 89

Een dorpje in de Abruzzen, Zuid-Italië – 1935

Sciatàp


for bigger picture click on this photo

(Foto: Kitto1975)

Abruzzen.

Bijna vier jaar had Francesco Zompa in New York gewoond. 'Gewoond' is een groot woord, want hij had bij zijn baas onder de trap geslapen en zijn matras was een stuk karton geweest.
Hij werkte bij Carlo Campanella, die net als hij uit het Zuiden van Italië kwam. Deze verkocht ijs in de zomer en steenkool in de winter. Hij had zijn naam verengelst, en zijn zaak heette dan ook 'Charles Littlebell, Ice & Coal'. Van de vroege ochtend tot de late avond had Francesco alles gedaan wat er voorhanden was. Als hij zijn baas iets vroeg, riep die steevast “Shut up!”
Toen Francesco teruggekeerd was in zijn dorpje Pietrasecca, schreeuwde hij om het minste of geringste tegen zijn vrouw en kinderen: “Sciatàp” (Shut up), zodat dit al gauw zijn bijnaam in het dorp werd. Na een paar jaar was zijn oorspronkelijke naam in het vergeetboek geraakt.


for bigger picture click on this photo

(Foto: Giorgio Rodano)

Abruzzen.

Ondertussen was Mussolini aan de macht gekomen. Wekelijks kwam er een muurkrant, 'Le Notizie di Roma', die de schooljuffrouw op de deur van de kerk moest plakken. Ook ging ze met de verse krant naar de locando, het dorpscafé, om de boeren het hoofdartikel voor te lezen en uit te leggen wat er bedoeld werd. De boeren, wat aangeschoten door de wijn, stelden lastige vragen. Stond er geschreven dat “ze in het buitenland er maar wat veel voor over zouden hebben om zo'n geweldige leider te bemachtigen als hun eigen Duce”, dan vroeg Sciatàp bijvoorbeeld: “Hoeveel dan wel?”, “Hoeveel is er geboden” en “Wie biedt er meer?” Vervolgens legde de juffrouw uit dat het “bij wijze van spreken” was, waarop Sciatàp schamper reageerde met: “Dus, het is niet waar.”
Als de krant sprak van een “revolutie van de landbouwers” dan vroeg een andere boer: “Wat zijn dat, 'landbouwers'?”, waarop de juffrouw geduldig verklaarde: “Dat zijn jullie, cafoni (landarbeiders).” Dan begonnen verschillende boeren door elkaar te roepen: “Van die 'revolutie' hebben we hier nog niks gemerkt” en “We krijgen alleen maar minder voor ons graan en onze wijn.”

Toen de juffrouw enigszins ontmoedigd de boeren aanraadde er nog eens “goed over na te denken”, zodat ze volgende week het allemaal “wat beter zouden begrijpen”, schoot dit bij Sciatàp in het verkeerde keelgat: “Ach mens, hou toch op, ik ben in Amerika geweest!”

_______________________

Bron
Het boek Brood en Wijn (1936) van de Italiaanse schrijver Ignazio Silone gaat over een jongeman uit de stad die in een dorpje boeren tot verzet tegen het fascistische regime probeert aan te zetten. Silone is zelf opgegroeid in een arm boerendorpje.



Ga naar:
= de volgende pagina:
Verjaagd door de bulldozers - Oklahoma, Verenigde Staten – rond 1935 (1), verhaal 90.
= de Inhoudsopgave, verhaal 89.