Een vallei in Ierland – 1846
De engel en het zeilschip
Mary staat bij het muurtje van haar moestuin. Zojuist heeft zij de laatste twee knollen uitgegraven. Ze kijkt Black Valley in en telt de rookpluimen, die uit de hutten komen. “zevenentwintig zijn er nog maar”, zegt ze zacht in zichzelf, “tien hutten zijn al verlaten. De mensen trekken weg. Wat was deze vallei altijd prachtig met zijn groene aardappelvelden. Maar nu heerst er de dood.”
Het is herfst. Vlak voor de oogst zijn de aardappels plotseling allemaal verrot door een vreselijke ziekte. De kleine boeren zijn wanhopig, want aardappels zijn hun belangrijkste voedsel. Hoe moeten ze de pacht betalen, nu ze alsmaar voedsel moeten kopen in de winkel?
Ierland is een kolonie van Engeland. De grond is in handen van Engelse eigenaars. De pacht is hoog. De rentmeesters zijn spijkerhard. Als je de pacht niet kan betalen, komt de schout je vee weghalen. Als je geen vee meer hebt, word je van het land gezet.
Al drie keer heeft Mary gedroomd van een engel, die wijst naar een groot schip met opbollende, witte zeilen. Nu weet ze het zeker. Drie maal is scheepsrecht. Dit is niet zo maar een droom, dit is een vingerwijzing Gods! Ze moet met haar man en haar baby naar Amerika emigreren, het land van de overvloed, met zijn ruisende, goudgele korenvelden. Terwijl Mary de baby in slaap zingt, dwalen haar gedachten af naar het verre, vrije land zonder hardvochtige landheren.
_______________________
Bron
Het boek De aardappeleters (1937) van de Ierse auteur Liam O'Flaherty beschrijft de vreselijke hongersnood in het midden van de negentiende eeuw door een aardappelziekte, die ontelbaar vele Ieren deed besluiten te emigreren.
Ga naar:
= de volgende pagina:
'Narayama wacht op ons' - een afgelegen bergdorpje in Japan – in de negentiende eeuw, verhaal 16.
= de Inhoudsopgave, verhaal 15.