Haïti – rond 1835 (2)
Landmeters
Haïti.
“Opdonderen, wegwezen jullie, dit is mijn land, hier woon ik.” Woest zwaait Ti Noël met zijn magere vuist tegen de landmeters. Als hij nog een tijdje doorgaat met tieren, pakt een van hen hem bij zijn oor en geeft hem een flink mep met zijn meetstok. Haastig strompelt Ti Noël naar zijn hut en loert van daar naar de indringers.
Ti Noël is een oude zwarte man met een benig gezicht en zilvergrijze krullen. Dag in dag uit draagt hij een lange groene zijden jas met roze manchetten. De hele dag door praat hij tegen de mieren, de vogels, de geiten en de wespen. En soms ook tegen de mensen die voorbij komen en vriendelijk naar hem zwaaien.
Ti Noël heeft veel meegemaakt in zijn lange leven. Eerst was hij slaaf op een boerderij; hij hoedde er de koeien en verzorgde er de paarden. Hij was heimelijk bevriend met de legendarische zwarte leider Mackandal. Hij heeft meegedaan aan de grote opstand tegen de blanken. Na de onafhankelijkheid keerde hij terug naar zijn oude boerderij, die nu verwoest en verlaten was. Daar bouwde hij een hutje. Later was hij een van de leiders van de opstand tegen de zwarte dictator, koning Henri Christophe. Bij het plunderen van het paleis heeft hij een koninklijke jas gegrepen, die hij nu nog dagelijks draagt.
Haïti.
Tenslotte is het land in handen gekomen van kleurlingen. Zij hebben bepaald dat alle voormalige boerderijen van de Fransen behoren tot de staat. En dat zwarte inwoners verplicht zijn te werken voor de republiek. Opnieuw ziet Ti Noël opzichters verschijnen met zwepen. Opnieuw ziet hij het zweet op de voorhoofden van donkere mannen en vrouwen. Opnieuw hoort hij het gerinkel van kettingen. Houdt het dan nooit op?
Dan herinnert Ti Noël zich Mackandal. Die kon zich veranderen in een dier. Terwijl hij het denkt, ziet hij een groene vogel op een tak zitten. Het volgende moment is hij de vogel zelf. Hij zit op de tak en kijkt naar beneden. Hij hoort de landmeters in de verte, vliegt naar hen toe en poept een van hen op zijn hoofd. De volgende dag is hij een geitje, een mier of een gans. Totdat op een dag de lucht zwart-groen wordt en er een windhoos over het land raast. Sindsdien heeft niemand Ti Noël meer gezien.
Haïti._______________________
Bron
Het koninkrijk van deze wereld (1949) van de Cubaanse schrijver Alejo Carpentier is een levendige roman over het slavenbestaan op Haïti.
Ga naar:
= deel 1: Het gif - Haïti – rond 1785 (1), verhaal 11.
= de volgende pagina: De engel en het zeilschip - een vallei in Ierland – 1846, verhaal 15.
= de Inhoudsopgave, verhaal 14.
