Franse Alpen – 1975
Uit een andere wereld
Marcel zit met zijn handen over elkaar in zijn cel. Twee jaar gevangenisstraf heeft hij gekregen. Onbegrijpelijk hoe het gelopen is. De appeloogst was prachtig dit jaar. Zo'n vijftig zakken appelen hadden zij gehad, goed voor wel drieduizend liter cider. Twaalf zakken marc, zwaar gegiste draf, had hij op de bewuste dag in november op de kar gezet en was er mee naar het dorp gereden.
Het sneeuwde. Net als ieder jaar stond de mobiele distilleerderij voor de kerk om gnôle, appelbrandewijn, te maken uit de marc. De sfeer was opgetogen. De andere boeren hadden ook een mooie oogst gehad: veel appelen, veel cider, veel marc en nu dan extra veel gnôle. Ze waren het er over eens dat Marcel vast meer dan honderd liter zou krijgen.
Uit het niets waren twee belastinginspecteurs opgedoken. Meestal werd de het dorp tijdig gebeld door een buurdorp dat de auto van de inspecteurs gesignaleerd was. Iedereen hield dat scherp in de gaten. Maar die dag had de telefoon gehaperd en er was geen tijd meer om gauw wat flessen gnôle te verbergen.
“U weet wat dat betekent”, had de hoofdinspecteur tegen Marcel gezegd, “als u meer dan twintig liter brandewijn hebt, moet u over de rest accijns afdragen.” Dat wist Marcel heel goed. Klankloos zei hij: “Dat betekent dat ik moet betalen voor wat ik zelf heb geproduceerd.”
Meer dan tweehonderd duizend frank moest hij betalen, ongeveer de helft van wat een goed werkpaard kostte.
Toen hij door de sneeuw naar huis reed, kon hij niet meer nadenken, maar hij wist precies wat hij ging doen. Hij zou die inspecteurs een lesje leren, dat ze hun leven niet zouden vergeten.
Op de boerderij trok hij zijn warme laarzen en lange overjas aan en zette zijn pet op. Uit de kast pakte hij zijn jachtgeweer en stopte het onder zijn jas. Langs de kant van de weg wachtte hij de inspecteurs op. Toen hij hun auto aan zag komen, ging hij midden op de weg staan en zwaaide hij met zijn armen. De auto stopte, de hoofdinspecteur draaide zijn raampje naar beneden en vroeg wat er aan de hand was. Hij keek in de lopen van het jachtgeweer.
Twee dagen had Marcel de inspecteurs opgesloten in een grenier, een kleine graanschuur van een afgelegen, verlaten boerderij. Toen had hij ze vrij gelaten. Doodsbenauwd waren geweest. Hij had ze geprobeerd duidelijk te maken wat hem dwars zat: het onrecht. Maar ze hadden niets, helemaal niets van zijn woede begrepen. Ze kwamen uit een andere wereld.
_______________________
Source
Het boek Het Varken Aarde (deel 1 van de trilogie De Vrucht van hun Arbeid – 1979) van de Engelse schrijver John Berger bevat een serie korte verhalen over het boerenleven in het kleine Franse bergdorpje waar Berger vanaf midden zeventiger jaren woont.
Ga naar:
= de volgende pagina:
Een schaapskudde in de hoofdstad - Anatolië en Ankara, Turkije – 1978, verhaal 135.
= de Inhoudsopgave, verhaal 134.