Peasant Autonomy
         Archive          
ga naar de vorige pagina     English     ga naar de volgende pagina
Verhaal 48

Een dorpje in Vlaanderen – rond 1910

Houtekiet


for bigger picture click on this photo

(Foto: Hannes De Geest)

Vlaanderen.

Jan Houtekiet is de stichter van ons dorp Deps. Hij is nu al een paar jaar dood, maar er doen nog veel verhalen, zeg maar gerust legenden, over hem de ronde. Zo houden wij Depsers hem in ere. Ik zou uren over hem kunnen praten, maar laat ik je het allermooiste verhaal vertellen: hoe Houtekiet het Depserland voor een appel en een ei in handen kreeg.

Om bij het begin te beginnen: vroeger was dit een schrale hei met veel moeras en hier en daar wat boompjes. Houtekiet, die een echte vrijbuiter was, zwierf hier als jonge man graag rond. Hij wist altijd wel een haas te vangen, of wat vis. Als het even kon sliep hij onder de blote hemel, en anders flanste hij wel een afdakje in elkaar van bladeren. Totdat hij verkering kreeg met Lien, een boerenmeid. Van het een kwam het ander en toen ze moest bevallen, bouwde hij een fraaie lemen hut voor haar. Later trokken er meer boerenknechten en -meiden, die genoeg hadden van de bazige boeren, naar de Depserheide, om daar in vrijheid wat op te bouwen.


for bigger picture click on this photo

(Foto: Simon Schoeters)

Vlaanderen.

Op vijf steken diep bleek vruchtbare klei te zitten en langzaam maar zeker ontstonden er eenvoudige, maar welvarende boerderijtjes en het dorpje Deps was geboren. De grond was al eeuwen in handen van het kasteel. De graaf had er nooit wat mee gedaan, want het stond bekend als waardeloze grond, je kon er nog niet eens fatsoenlijk brandhout sprokkelen.
De graaf had nog geen pacht durven te innen, want over Houtekiet en de andere moerasboeren deden de wildste verhalen de ronde. Maar nu het land echt wat begon op te leveren, zou de graaf, vroeg of laat toch pacht komen afdwingen, dat snapten alle Depsers wel. Ze drongen er bij Houtekiet 'iets' te doen. Daarom ging hij op een goede dag naar de rentmeester en zei dat hij een papier nodig had, dat het kasteel de Depserhei verkocht tegen de prijs van waardeloze grond. “Ja maar, ho maar, luister eens” en dit en dat, begon de rentmeester. Maar Houtekiet, toch al geen man van veel woorden, was niet gekomen om te redeneren en sloeg op tafel: hij moest dat papier hebben en gauw ook. De rentmeester begon te bibberen en nam Houtekiet mee naar de graaf. Ook daar sloeg Houtekiet nog een paar maal op tafel toen de omzichtige verhalen hem te lang duurden. En ook de graaf bedacht dat hij maar beter overstag kon gaan, want je leeft tenslotte maar één keer en hij wou niet het risico lopen dat hij met zijn paard een 'ongeluk' kreeg, of dat het kasteel in vlammen op zou gaan.

En zo kregen wij Depsers onze grond in handen, dankzij Houtekiet, onze stichter, onze held.

_______________________

Bron
De roman Houtekiet (1939) van de Vlaamse schrijver Gerard Walschap is een levenslustig verhaal met de nodige diepgang over het leven van kleine boeren.



Ga naar:
= de volgende pagina: 'Nou is het mijn beurt' - Bahia, Noordoost-Brazilië – 1910, verhaal 49.
= de Inhoudsopgave, verhaal 48.