De pampa's van Argentinië – 1916
Mijn padrino
Ongelooflijk hoeveel ik te danken heb aan Don Segundo Sombra, mijn padrino, mijn leermeester, mijn beschermer. Ik ben nu vijf jaar een gaucho, een veedrijver. Alles wat ik weet en alles wat ik kan heb ik aan hem te danken.
Ik weet nog goed dat ik hem voor het eerst zag in mijn dorp. Ik zal een jaar of twaalf geweest zijn en was van school weggelopen. Ik zwierf over straat en ving vissen in het riviertje die ik aan de herbergier verkocht en haalde met mijn vrienden kwajongensstreken uit. Totdat ik die grote stoere man zag, op zijn prachtige paard, met zijn lasso en grote hoed. In de herberg hoorde ik hoe hij heette en dat hij naar de estancia, de grote boerderij, van Don Galván ging om werk te zoeken.
's Nachts sloop ik weg van huis en liep naar de estancia. Daar kreeg ik werk: met een pony vuilnis ophalen en nog honderd andere klusjes. Tot mijn grote geluk werd Don Segundo daar ook aan genomen om een paar wilde paarden te temmen. Hoeveel gezag hij had over zo'n woest beest! Hoe hij het wist aan te pakken om het te zadelen en dan voorzichtig, maar zelfbewust op het dier te gaan zitten. Hoe soepel hij het bokken en springen opving en er in slaagde in het zadel te blijven. Hoe hij het paard net zo lang liet uitrazen tot het volslagen uitgeput was, om het dan zijn wil op te leggen.
Bij het avondeten probeerde ik een praatje met Don Segundo te maken. Maar dat viel niet mee, want hij was zwijgzaam. Toch merkte ik dat het klikte tussen ons. Langzaam maar zeker groeide zijn genegenheid voor mij. Toen na een paar weken de paarden getemd waren en hij weer verder trok, vroeg ik hem of ik met hem mee mocht.
Vijf jaar lang ben ik nu bij mijn padrino. Alles heeft hij mij geleerd. Hoe je wilde paarden moet vangen met een lasso, hoe je een hoorn van een stier moet afzagen die bijna in zijn oog groeit, hoe je een ontstoken hoef moet behandelen met kruiden of zieke nieren door er warme modder op te leggen. Hij heeft mij geholpen een gaucho-uitrusting bij elkaar te krijgen: een troep van zes paarden, een grote poncho die me beschermt tegen regen en kou en een gordel die me steun geeft bij het dagenlang rijden. Hij heeft me geduldig de kneepjes van het paardentemmen bijgebracht en me uitgelegd hoe ik ruzies in kroegen kan vermijden. Alles, werkelijk alles heb ik van hem geleerd, tot de prachtigste gaucho-liederen en figuren van de gaucho-dansen aan toe.
_______________________
Bron
De sympathieke roman Don Segundo Sombra (1926) van de Argentijnse schrijver Ricardo Güiraldes brengt het leven van de gaucho's fraai in beeld.
Ga naar:
= de volgende pagina: Deserteurs - Roemenië – najaar 1917 (1), verhaal 59.
= de Inhoudsopgave, verhaal 58.