Peasant Autonomy
         Archive          
ga naar de vorige pagina     English     ga naar de volgende pagina
Verhaal 119

Een dorpje in Kameroen – 1958 (2)

Wraak


for bigger picture click on this photo

(Foto: Huard)

Kameroen.

Tranen springen Halla Fitini in de ogen. Ze was toen nog maar een meisje van een jaar of acht. Het liefst zou ze er nooit meer aan terugdenken, maar nu moet het toch. Ze is oud geworden, ze voelt de dood langzaam maar zeker dichterbij komen. Het is nu de tijd om haar herinneringen op te schrijven. Ze slikt.

“Ik zie het nog voor me, alsof het de dag van gisteren was. Met de ene arm was ik vastgebonden aan oom Ngan Njock en met mijn andere aan oom Minkéng Mi Ndjé. Franse soldaten hadden ons allemaal aan elkaar gebonden en naar het bos gebracht. “Schieten”, roept de commandant. Een soldaat die vlak naast me staat, kijkt hulpeloos rond. “Schieten!”, roept de commandant nogmaals, maar nu kwader. De soldaat draait zich om en schiet inderdaad. Het hoofd van oom Ngan Njock barst open. Bloed spuit eruit.
Na de schietpartij – twaalf mannen zijn afgemaakt – liggen we met zijn allen op de grond, doden en levenden. De Franse soldaten zijn weggetrokken. Wij liggen daar, vastgebonden aan elkaar, doodstil, we kunnen niet bevatten wat er gebeurd is. Ik zie massa's groene vliegen piepkleine witte eitjes leggen in het bebloede hoofd van mijn oom.
Na een paar uur komen Grootvader Helly en een paar andere oude mannen uit het bos naar ons toe. Ze zijn ontsnapt aan de soldaten, want ze verstaan de kunst om zich onzichtbaar te maken. Ze maken de touwen los.


for bigger picture click on this photo

(Foto: Huard)

Kameroen.

Een week eerder hadden we het bericht ontvangen dat Franse soldaten ons bos zouden uitkammen op zoek naar de vrijheidsstrijder Mpôdôl. De mannen van ons dorp besloten dat ze daar nooit aan mee zouden werken. Ze overlegden wat ze konden doen. Ze zouden valkuilen graven, geheime bezweringen uitspreken en wat niet meer. Er was maar één geweer in ons dorp, een jachtgeweer met slechts één kogel. Daarmee zouden ze de commandant uitschakelen.
Terwijl ze nog aan het overleggen waren, kwamen de helikopters er al aan. Iedereen vluchtte het bos in. De ene kogel werd inderdaad afgevuurd op de commandant en er kwam wat hagel in zijn schouder terecht. Hij bloedde flink. Een van de dorpelingen ontsmette een mes boven een vuur en haalde de bolletjes lood eruit. De commandant werd verbonden. De volgende ochtend kwam de opdracht uit de hoofdstad dat er twaalf mannen doodgeschoten moesten worden.”

_______________________

Bron
De Kameroense auteur Werewere Liking beschrijft in haar roman Afgesneden herinnering (2004) het leven van een dorpsmeisje dat in de stad belandt, maar nog vaak terugdenkt aan haar dorp.



Ga naar:
= deel 1:
De basis van mijn leven - een dorpje in Kameroen – 1958 (1), verhaal 118.
= de volgende pagina:
'Eerst pakken ze je land af en dan je kinderen' - Franse Alpen – 1960, verhaal 120.
= de Inhoudsopgave, verhaal 119.